Verslag: Lezing over Tjerk Vermaning
De lezing over de markante amateurarcheoloog Tjerk Vermaning vond plaats in Café Centraal in Tynaarlo op 3 oktober j.l.
Anja Schuring vertelde over het leven van Tjerk Vermaning op een bijzonder boeiende manier. Ze heeft samen met Wijnand van der Sanden het boek “De zaak Vermaning – Over een markant amateurarcheoloog in Drenthe” geschreven. Wijnand als expert op archeologiegebied en Anja heeft de levensgeschiedenis van hem beschreven.
Tjerk Vermaning werd op 18 januari 1929 geboren op de Hesselingen, een buurtschap bij Meppel als zoon van een schipper en als jongste van 12 kinderen. s’ Winters lagen ze met de woonboten op de Hesselingen en de rest van de seizoenen gingen ze veelal naar Zuidoost Friesland. Ze verdienden dan de kost met negotie, stoelen matten, lompen en metalen inzamelen en werken bij boeren op het land.
s’ Winters gingen de kinderen naar de Zuiderschool in Meppel, waar onderwijzer Jan Poortman interessante geschiedenislessen gaf. Misschien heeft Tjerk daar de inspiratie opgedaan om zich later te verdiepen in de archeologie. Na de winter kregen ze de schriftjes mee voor de andere scholen, waar ze terechtkwamen.
Na de W.O.II heerste er veel typhus. Ook zijn oudere broer Joop werd ziek. Tjerk las hem veel voor uit “Geheimschrift der aarde”, waardoor hij veel heeft opgestoken van de archeologie.
Toen hij 16 jaar was, ontmoette hij zijn grote liefde Grada Jansen. Ze waren allebei op het veld aan het zoeken. Hij naar stenen en zij naar allerlei dingen. Ze kregen een eigen schip en lagen meestal in de Dikke Wiek in Smilde. Hij was toen grasmachineslijper van beroep. Achter op zijn brommertje haalde hij ze op en bracht ze later weer geslepen terug. Hij maakte ook prachtig houtsnijwerk, zoals dinosaurussen, mammoeten en Neanderthalers. Die stelde hij tentoon in zijn schip.
Er was tot dan nog maar één vuistbijl gevonden in het noorden en wel in Wijnjeterp door Hein van Vliet in 1939. Hij ligt in de oudheidkamer in Gorredijk. Tjerk bekeek de bijl aandachtig en wenste, dat hij ook zoiets zou vinden.
Hij ging aan het zoeken bij Hoogersmilde bij de t.v.toren in de buurt. De keuze van Smilde was ook niet helemaal toevallig. Daar is de keileemlaag nl. hoger en de bouwgrond dun. Meer kans om iets te vinden dus. In 1966 vond hij 130 artefacten uit de Neanderthalertijd en bewees daarmee, dat dit gebied al meer dan 40.000 jaar bewoond werd. Hij ging naar het Drents Museum en de stenen werden bekeken door dhr. van der Waals en doorgestuurd naar Waterbolk en van Giffen.
Hiervoor kreeg hij de Cultuurprijs van Drenthe in 1966 en hij verkocht zijn vondsten aan het Drents Museum. Er ontstond het idee van een museumschip, waar Tjerk met zijn gezin ook op kon wonen. Het schip kreeg de naam “Palaeo-Historia”.
Het werd door een architect verbouwd i.o.v. Het Drents Museum. O.a. met een doorzichtig dak voor de lichtinval. Na 2 stormen was het schip stuk en Tjerk verbouwde het schip weer terug hoe hij het graag wilde. Het was nog wel steeds een museum.
Tot 1972 deed Tjerk nog allerlei vondsten en heeft toen zijn collectie uit onvrede verkocht aan het Drents Museum.
In 1967 deed hij ineens allerlei uitspreken in de media over de wetenschap. Hij schrijft “ik voel mij in de steek gelaten”. Hij voelde zich miskend door de wetenschappers, die hem niet de eer van een eredoctoraat gunden.
Hij had meer kennis als de academici, die jaloers op hem zouden zijn. Hij wilde niet meer met hen samenwerken. “Ik ben de enige deskundige, ik ben de Messias”. De onvrede zat vooral bij Tjerk Vermaning zelf. Als de uitspraken te heftig worden, ontstaat er ruzie met Waterbolk en van der Waals. Waterbolks stagiaire Dick van Stapert krijgt de opdracht om de collectie van Tjerk te onderzoeken. Die heeft verstand van stenen. Tot dusver waren er nog niet zoveel deskundigen. De wetenschap archeologie stond nog in de kinderschoenen. Deze Dick Stapert bekeek bijv. de “leemdijkbijl” en kwam tot de conclusie, dat er krassen opzaten, die er niet op hoorden op te zitten. Verweringssporen, die er wel op moesten zitten, zaten er niet op.
Men kwam tot de conclusie, dat Tjerk Vermaning deze bijlen zelf had gemaakt. Waterbolk kwam in 1975 met een definitief rapport “4 prehistorische vondsten zijn vals”.
De politie samen met Dick Stapert ging naar de woonboot om huiszoeking te doen en arresteerde Tjerk Vermaning. Dit lekte uit en er kwam een horde landelijke media op af. Daardoor moest de persconferentie in het Provinciehuis in Assen worden gehouden i.p.v. op het politiebureau. Het yoeval wilde, dat de Gedeputeerde Staten net uitvergaderd waren en zich ook bij de persconferentie aansloten. Zo leek het of iedereen tegen Tjerk samenspande. Hijzelf zei hierover ”de geleerden pakken de amateur”.
In februari 1977 werd hij schuldig bevonden en kreeg een jaar voorwaardelijk opgelegd van de rechtbank in Assen. In hoger beroep werd hij door het Gerechtshof in Leeuwarden vrijgesproken. Want zo zeiden de rechters ”wij zijn geen archeologen, dus weren we niet of de stenen echt zijn”. Tjerk is overleden in oktober 1987. Zijn as is uitgestrooid op de plek, waar hij zijn eerste vondst heeft gedaan. Tot op heden zijn er voor-en tegenstanders van Tjerk Vermaning.
Toch mogen we niet vergeten, dat 95 % van zijn vondsten in elk geval echt waren. Het is ook zijn verdienste, dat de archeologie zo in de belangstelling kwam.